Op grote hoogte in Pino

7 juli 2015 - Puno, Peru


Hoogte, wat doet het met je lijf. Nou, ik merk het wel. In Colca Canyon hadden we een kleine wandeling (ongeveer 300 meter stijgen) naar Inca ruïnes gemaakt, ging redelijk goed, maar na afloop een gigantische hoofdpijn en de volgende ochtend had ik moeite om een trapje van 10 treden te beklimmen. Ook werd mijn keelpijn erger. Vervolgens zijn we met ons busje van Colca Canyon naar Puno gebracht. Puno ligt op 3800 meter hoogte. Het was redelijk mooi weer, en heel bijzonder, op de bergen lag sneeuw. Het sneeuwt hier 1 x per 5 jaar, en nooit in juli, dus zelfs de chauffeur maakte foto's. Weer terug over de pas van 4910 meter, nu met een mooi uitzicht. Dan dalen en vervolgens begint de altiplano, het hooggebergteplateau met lage bergen. Puno is een stad van ongeveer 200.000 inwoners, gelegen op een heuvel aan het Titicacameer, een mooi uitzicht. Het centrum is niet groot, 2 pleintjes en enkele straten met vooral pizzatenten en souveniers. Ik loop heel langzaam en heb veel moeite met ademhalen. In het hotel worden we gebeld dor de lokale agent, voor de volgende dag als we in de homestay op Amarenti, een eiland, gaan slapen of we als presentje voor ons gastgezin wat etenswaren mee willen nemen. De volgende ochtend worden we naar de haven gebracht, met 12 anderen gaan we op stap voor een 2 daagse excursie op het Titicacameer. Dit meer is het hoogste bevaarbare meer op de wereld en beroemd om de Uruscultuur. Een dubbel gevoel, op ongeveer 90 drijvende eilanden van riet wonen circa 2000 mensen die nu vrijwel afhankelijk zijn van het toerisme. Met een gesmeerd programma worden we naar 1 eiland gebracht, krijgen een hand van een aantal bewoners en worden naar het centrale deel van het eilandje gebracht voor wat leuke uitleg. Ik zie de hele tijd al een dame naar mij kijken en lachen. Na afloop van de uitleg stapt ze op mij af, pakt mijn hand en brengt ons naar haar huisje, ze blijkt vrij goed engels te kunnen spreken, heel aardig. Dan brengt ze ons naar haar marktkraampje en wil een handgemaakt kleed aan ons verkopen, maar een bedrag van 100 euro vinden wij echt te gek. We kopen uiteraard een kleiner exemplaar, maar na betaling kijkt ze ons niet meer aan. Het is dus puur een show om ons te verleiden tot kopen. Bij het verlaten van het eiland worden we toegezongen om daarna tegen extra betaling nog een rondje te varen op een bijzondere rietboot. Vervolgens op de boot om 3 uur te gaan varen naar het eiland waar we gaan slapen. Lekker uitwaaien met zicht over het water. Na aankomst staan de eilandbewoners in hun mooie buitenkleding, rode rokken, witte geborduurde blousen en zwarte sjaals, ons op te wachten. Onze groep wordt verdeeld over 4 Mama's. Samen met Stephanie, een leuke canadese vrouw, lopen we achter onze Mama aan. Ik loop heel langzaam en kan amper ademhalen. De 10 minuutjes omhoog wordt zeker het dubbele. Bij haar huisje krijgen we een eenvoudige maar sfeervolle kamer, het toilet is buiten, het ziet er goed uit, maar je moet doorspoelen met een emmer water. Het eiland is relaxt, geen auto's, kleinschalige landbouw, schaapjes en iedereen in traditionele kledij.
Jelle is met de leuke familie uit Australië de berg opgeklommen om de fantastische zonsondergang over het meer te zien. Ik ben wat gaan slapen, met op de achtergrond een stevige wind en hardklappende deuren.
Na het avondeten van inheemse aardappels en soep met aardappels worden we in hun kledij gehesen. Jelle krijgt een knalblauwe poncho aan, het staat hem goed en ik een groene heeeeel wijde rok en een witte blouse die ik eigenlijk niet pas. Op naar het gemeenschapshuis, en ook om daar te komen kost me veel moeite. Panfluiters, zangers en trommelaars brengen de groep van circa 30 toeristen snel in een dans maar wel erg uitbundig. Je kunt een pilsje en een colaatje kopen. All for the tourists. Dan naar bed. Het is koud, maar de combi van thermokleding, onze eigen slaapcocon en de stapel dekens zorgen ervoor dat we het in ons kamertje niet koud hebben. Na het ontbijt van pannenkoekjes gaan we naar de boot terug, echt fit ben ik niet. Op de boot horen we dat het bezoek aan het volgend eiland niet doorgaat. Het gebeurt nooit, maar de wind de dag daarvoor was zo heftig dat de boten niet meer naar Puno zijn uitgevaren, en dat was ook de verwachting voor deze dag. Dus voor het middaguur waren we weer in ons hotel. Ik kreeg steeds minder adem en Jelle had van de Australiër gehoord dat je ook zuurstof toegediend kan krijgen. Wij gaan naar de dokterspost. Na een half uur op de stoep te hebben gewacht, kwam er een dokter die mij onderzocht. In no- time zat ik in met een injectie in mijn bil op een relaxstoel aan het zuurstof, dat ademde wel wat prettiger. Jelle was inmiddels druk met het regelen van de goedkeuring voor de behandeling bij de reisverzekering. Als Travel Counselor hebben we een reisverzekering bij Global Allianz Assistence, ook de plek waar ik voor mijn klanten een verzekering kan onderbrengen. Nou, dat ging allemaal perfect, in korte tijd lag er bij de dokterspost een mail en de verzekering regelt de kosten. Na anderhalf uur werden we met een zakje vol hoogteziektepillen, antibiotica voor mijn ontstoken keel, een net overzicht van de innames van alle pillen, en een fles zuurstofpufjes met de ambulance naar ons hotel teruggebracht. En dan komt het, na ruim een uur staat dezelfde dokter opeens in het hotel, even controleren. Nou, dat is mij in Nederland nog niet eerder overkomen. Afgelopen nacht, na deze behandeling, weer eens lekker geslapen, ook het ontbijt smaakte mij weer. Ik voel mij dus een stuk fitter, we gaan onze reis weer fijn vervolgen. Inmiddels zitten we in toeristische bus naar Cusco (hoogte 3400 meter) daarover later meer. 
 

Foto’s